Volwassenenonderwijs: een toekomstvormende praktijk!?
Elk jaar vraag ik aan studenten pedagogische wetenschappen en de educatieve masters aan KU Leuven om een leerkracht of een cursist binnen het volwassenenonderwijs uitgebreid te interviewen. Het is mijn manier om studenten zo dicht mogelijk bij de dagelijkse praktijk van het volwassenenonderwijs te brengen. Op basis van deze intensieve kennismaking dagen we onszelf ook uit om richtinggevende beleidsprincipes te formuleren. Dergelijke grondige reflectie-oefening blijkt meer dan nodig nu de minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) in een versnelde beweging prijsverhogingen wilt doorvoeren en hierdoor het bestaansrecht van heel wat opleidingen zowel letterlijk als figuurlijk in diskrediet brengt.
De afgelopen weken kwam er een brede stroom van reacties op gang in de vorm van opiniestukken, een spoedadvies van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en een oproep tot het ondertekenen van een petitie voor een betaalbaar volwassenenonderwijs voor iedereen. Uit de vele reacties treedt een diepgaande verontwaardiging naar voren over deze nakende beslissing. De argumentatie van de minister leest ook als een vrijbrief om, zoals de Vlaamse Onderwijsraad in haar spoedadvies opmerkt, niet enkel een besparingsoperatie maar ook een fundamentele herziening van de opdracht van het volwassenenonderwijs door te voeren.
Tegen een uitgebreide groep aan cursisten, betrokken leerkrachten en administratief personeel zegt de minister koudweg: het onderwijs dat jullie opnemen heeft voor mij geen publieke prioriteit want niet in directe lijn met wat marktactoren vandaag belangrijk achten. Het gaat om bijvoorbeeld volwassenen die zich willen verdiepen in een taal zoals het Duits, Italiaans, Engels of Arabisch en ook volwassenen die het spreken in het Nederlands verder willen oefenen of zich willen toeleggen op vakkennis van bijvoorbeeld het handweven, het naaien, het bewerken van leder, het binden van boeken enz. In de afgelopen tien jaar zijn tal van opleidingen, mede op vraag van marktactoren, steeds compacter geworden waardoor de tijd om kennis en vaardigheden grondig in te oefenen tot een absoluut minimum is gereduceerd. Ik wil dan ook mee de oproep onderschrijven om werk te maken van een beleid volwassenenonderwijs dat zowel inspirerend is als gericht op het mee vorm geven van de toekomst. Hierbij alvast drie belangrijke aandachtspunten voor een dergelijk beleid.
Emanciperende kracht
Leerkrachten in het volwassenenonderwijs zijn erg strijdvaardig als het gaat om opkomen voor mensen die uit de boot dreigen te vallen, bijvoorbeeld op sociaal vlak of op de arbeidsmarkt. Geef leerkrachten het vertrouwen, de tijd en de ruimte om de emancipatorische kracht die uitgaat van volwassenenonderwijs blijvend waar te maken. Het samen lezen van een boek, het opwekken van interesse voor taal, het in de vingers krijgen van een weeftechniek staat nooit enkel in het teken van een toegangsticket op de arbeidsmarkt maar maakt ook brede vorming als mens mogelijk. Wat in de vele interviews met leerkrachten naar voren treedt is het beeld van elkaars reisgenoten te willen zijn, die ook samen de bestemming mee vorm kunnen geven. De Duitse pedagoog Peter Alheit beschrijft hoe volwassenen midden in het leven staan en continu bezig zijn hun levensverhaal te schrijven en te herschrijven. Alheit stelt in zijn onderzoek vast dat dankzij volwassenenonderwijs mensen mogelijkheden gaan zien die ze gisteren niet zagen en noemt dit de bijzondere kracht van ‘unlived lives’. Het prikkelt mensen om heen en weer te bewegen tussen de vraag ‘wat wil ik’ en ‘wat is waardevol in het samen leven met elkaar’.
Levenslang én levensbreed leren
Wie de beleidsteksten over levenslang leren leest, gaande van UNESCO in de jaren ’70 over teksten van de OESO in de jaren ’90 tot die van de Europese Unie vandaag, zal vaststellen dat levenslang leren nooit één duidelijke invulling heeft gekend. Toch zien we hoe het brede ideaal van een ‘levenslang én levensbreed leren om mens te zijn’ steeds meer onder druk komt te staan en opschuift naar een smalle focus op ‘leren om productief te zijn’. Het getuigt van weinig beleidsvisie om onderwijs louter in het teken te stellen van het zich kunnen aanpassen aan een TUNA-wereld (a turbulent-uncertain-novel-ambigious world). In de oorspronkelijke beleidsteksten van de UNESCO spreken beleidsmakers over de plicht van de overheid om een rijk en stimulerend beleid rond levenslang en levensbreed leren op te zetten (zie: https://unesdoc.unesco.org/ark:/48223/pf0000001801). Levenslang leren werd gezien als een recht voor elke burger om zich te blijven ontwikkelen, ondersteund door de verantwoordelijkheid van de overheid om daarvoor kansen en middelen te voorzien. Het was en is een manier om mensen te versterken, hun zelfontplooiing te bevorderen en hun maatschappelijke participatie te vergroten.
Drager van cultuur
Een oproep tenslotte om volwassenenonderwijs als een belangrijke drager van cultuur te zien waarin het onderscheid tussen hobby-cursussen en arbeidsmarktgerichte opleidingen geen steek houdt. De zogenaamde hobby-cursussen zijn plekken waar talen telkens weer tot leven worden gebracht en waar vakkennis rond bijvoorbeeld handweven, mode, fotografie, florist, bierbrouwen kansen krijgt om tot verdere ontwikkeling te komen. Het zijn plekken waar hard wordt gewerkt, mensen terug in balans kunnen komen en die hen net, omwille van de laagdrempeligheid, de mogelijkheid biedt een carrièreswitch te overwegen. Een overheid die kiest om te investeren in een solide infrastructuur hiervoor -met leerkrachten, gebouwen, materiaal, administratief personeel- getuigt van een visie waarin taal en de rijkdom van specifieke vakkennis door iedereen gedeeld en samen gemaakt kan worden.
Auteur: Joke Vandenabeele
Joke Vandenabeele is Professor Educatief Werk met Volwassenen (Onderzoeksgroep ‘Educatie, Cultuur en Samenleving’, KU Leuven) en als promotor betrokken bij het luik rond educatie binnen Crafting Futures.